4. Een Overvloed van Lotussen

bluelotusbuddha1.jpg129.jpgblues1.jpgsuns.jpg

Voorwaar, toen sprak de Verhevene aldus tot de edele godin Bodhisattvasamuccaya, de godin van de Bodhi-boom:
bodhitree.jpg

“Voorwaar, edele godin, toen was er in die tijd een koning Suvarnabhujendra genaamd. Met deze lofzang over alle Tathagata’s, bekend als ‘een Overvloed van Lotussen’, prees hij de Boeddha’s van het verleden, het heden en de toekomst’’:


“’Ik vereer die Boeddha’s van het verleden
en van het heden,
die verblijven in de tien richtingen van de wereld.
Ik zal al die Boeddha’s loven.

boeddha12.jpg

Elke is een uitmuntende, kalme,
bedaarde en zuivere Wijze.
Zijn ledematen schijnen als de kleur van goud.
De stem van de Boeddha is de mooiste van alle geluiden.
Hij bezit de stem van Brahma
die klinkt als het geluid van de donder.

bij.jpgbluelotus123.jpgvlg.jpg


Hij heeft het haar van de rug van een bij,
een pauw, een blauwe lotus, gekruld,
purperblauw, zoals de Vlaamse gaai.

sumeru.jpg

Zijn tanden zijn zo wit als sneeuw
of een schelphoorn, glanzen voortdurend
en schitteren als goud.

glotusmusellalasiocarpa.jpg

Hij heeft wijde, blauwe, vlekkeloze ogen,
zo blauw als de kleur van de bloeiende blauwe lotus.
Zijn verfijnde, brede tong lijkt op een lotus van goud,
stralend als een lotusbloem.

gautamagold.jpg

Hij heeft een cirkel beharing op zijn gelaat,
dat lijkt op een schelphoorn* of een lotusbloem**,
dat naar rechts draait en de kleur van beril heeft.

beril.jpg

afnemendemaan.jpg

De ogen van de Wijze zijn zo fijn
als de afnemende maan
en glimmen als bijenwas.


*De Schelphoorn (Sankha), èèn der acht Ashtamangala’s of Gelukstekens, is het teken van de glorie van de heiligen en afwezigheid van alle kwaad.
** De Lotus (Padma) staat voor volkomen zuiverheid.

Zijn neus is recht en breed
en heeft een gouden punt
en is zo zacht als goud
en breidt zich gestadig uit.

Alle Boeddha’s hebben een uitmuntende,
verfijnde smaak die allen overtreft.
Hij heeft uitstekende poriën voor ieder haartje.
Zodra zijn verfijnde haar oprijst,
draait het naar rechts.

Zijn gevlochten haar schittert als saffier,
blauw als de mooie hals van een pauw.

Zijn lichaam straalde toen hij geboren werd
en vulde alle werelden in de tien richtingen,
zodanig dat het eindeloze leed
in alle drie de (bestaans)sferen* vernietigd werd
en alle wezens werden vervuld van blijdschap
door iedere zegening die zij ontvingen.

Aan alle wezens die in ongunstige
bestaanswerelden** wedergeboren waren,
zoals de hellen, als hongerige geesten,
het dierenrijk en tussen mensen, halfgoden
en goden, werden alle zegeningen geschonken
en allen werden tot bedaren gebracht.

123456.jpgvollemaan.jpg

Zijn lichaam straalt met de kleur van goud.
Hij heeft een gezicht dat zo zacht
en helder is als de maan,
Hij heeft een lachend gezicht,
dat straalt en volkomen zuiver is.

Hij heeft ledematen die zo zacht zijn
als de wassende maan.
Hij heeft gevoelige ledematen.
Hij heeft de uitmuntende, heldhaftige manier
van lopen van een leeuwenkoning.


*De drie Bestaanssferen zijn: 1. de Sfeer van Verlangen (waar het volgend vers over gaat en die uit zes bestaanswerelden bestaat, waaronder de wereld van de mensen), 2. de Vorm- en 3. de Vormloze Sfeer

**Binnen het Boeddhisme wordt een geboorte als mens in een kostbaar en moeilijk te verkrijgen lichaam als zeer fortuinlijk beschouwd, daar het de beste gelegenheid biedt om de Dharma te beoefenen en de Verlichting te bereiken.

De bewegingen die hij maakt
met armen en handen lijken
op de kruipplanten van de Shal-boom,
bewogen door de wind.

Hij zendt overal lichtstralen naar uit
en schijnt op de afstand van een vadem,
stralend als duizend zonnen.

Hij is een uitmuntende Wijze bij voorkeur,
met een zuiver lichaam
dat schijnt in alle eindeloze sferen.

Door de lichtstralen die de Boeddha uitzendt,
worden de talloze manen en zonnen
in de eindeloze wereldsystemen en stelsels
allemaal glansloos (overbelicht).

suns.jpg

Mogen alle voelende wezens de Tathagata-zon zien
in het eindeloos aantal verschillende werelden,
die als een Groot Licht voor deze wereld is,
tussen talloze andere Boeddha-zonnen.

Iedere Boeddha heeft een lichaam
dat is uitgerust met honderdduizenden verdiensten,
en ledematen verfraaid met alle deugden.

Boeddha’s arm is zo sterk
als een olifant in de bronsttijd.
De glans van zijn handen en voeten
is erg schitterend en zuiver.

Overeenkomstig het stof
op het oppervlak van de aarde
zijn de Boeddha’s van het verleden,
die zo talrijk* zijn als alle fijne stofdeeltjes
en even talrijk in de toekomst zullen zijn.

De Boeddha’s vereer ik vol vertrouwen
met lichaam, spraak en geest,
met offergaven als bloemen en fijne geurstoffen,
honderden lofzangen, neerbuigingen
en een gelukkige geest.


*zo talrijk: Aangezien er sinds beginloze tijden al talloze Boeddha’s zijn verschenen.


Zelfs met honderden tongen in duizenden aeonen
kunnen Boeddha’s verdiensten niet verklaard worden,
want de verdiensten van de Boeddha’s
die altijd een gunstig effect teweeg brengen,
zijn uitmuntend, divers, talrijk*
en de essentie van alle Deugdzaamheid.

En zelfs de verdiensten van één enkele Boeddha
kunnen niet verklaard worden met duizend tongen.
In ieder geval is het onmogelijk de details
van één enkele verdienste
van de Boeddha’s te beschrijven.

Al zou de gehele wereld met
inbegrip van de goden een oceaan worden,
die tot aan de uiterste grens van het bestaan** reikt,
dan kan het water tot de laatste druppel geteld worden,
maar één enkele verdienste van de Boeddha’s niet.

Geprezen en verheerlijkt
worden alle Boeddha’s door mij
met lichaam, spraak en een gelovige geest.

Mogen de voelende wezens
door welke voortreffelijke verdiensten
dan ook die door mij verzameld zijn
en vruchten zullen afdragen,
daardoor het Boeddhaschap bereiken.’


*Met talrijk wordt ook hier talloos bedoeld; in de twee daarop volgende verzen uiteengezet.

**'De uiterste grens van het bestaan' is het subtielste niveau in de Vormloze (Lichaamsloze) Sfeer. Ook daar is er nog 'wedergeboorte' noodzakelijk, wanneer men het vierde Vormloze niveau van ‘noch-Onderscheidingsvermogen’, noch ‘Niet-Onderscheidingsvermogen’ beoefent. De levensduur in dit stadium bedraagt 80.000 grote Aeonen. Deze wezens bezitten geen lichaam, maar enkel geestelijke aggregaten en ervaren enkel Gelijkmoedigheid. Dit is het Allerhoogste niveau dat binnen Samsara te bereiken is, maar nog geen bevrijding uit Samsara. Wanneer het goede-karma op dit niveau is uitgeput, valt men weer terug in een minder hoge wedergeboorte.
Omdat deze wezens op dit niveau over grote 'helderziendheid' beschikken en weten waar en in welke omstandigheden zij wedergeboren worden, overvalt hen op dat moment een verdriet dat met geen pen te beschrijven is en erger is als het verdriet en lijden dat de wezens in de lagere bestaanswerelden ervaren.


Toen de koning zo de Boeddha had geprezen, nam hij het volgende besluit:

‘Waar ik in de toekomst dan ook,
die geen einde kent,
geboren zal worden;

lotus41.jpg

Moge ik in mijn dromen zo’n trommel zien,
daar zulke 'Bekentenissen'* horen
en in iedere geboorte zo’n lofrede van de Boeddha’s vernemen,
zoals de uitmuntende " Overvloed van Lotussen".

Moge ik in mijn dromen de eindeloze,
weergaloze verdiensten van de Boeddha zien,
die zelfs in duizenden aeonen moeilijk te vernemen zijn
en deze overdag’s verkondigen.

Moge ik de wezens bevrijden uit de oceanen van ellende.
Moge ik de zes Perfecties (Paramita’s) volbrengen.
Moge ik daarna de allerhoogste Verlichting bereiken.
Moge mijn sfeer (gewelf) zonder een rivaal
en vrij van hindernissen zijn.

Moge ik door de verdiensten
van 'de verschijning van de trommel'
en door het vereren van alle Boeddha’s,
de Boeddha Shakyamuni van aangezicht tot aangezicht zien.

Moge ik door deze verdiensten
eveneens de Profetie** van het tijdstip
van mijn Verlichting ontvangen.
Moge ik samen met mijn twee zonen Kanakabhujendra
en Kanakaprabha, de allerhoogste Verlichting
en 'deze Profetie' ontvangen.

Moge ik voor de wezens die geen verblijfplaats,
bescherming, toevlucht hebben en in moeilijkheden verkeren,
in de toekomst voor hun een toevluchtsoord,
hun Beschermer, Redder en Toevlucht worden.


*Bekentenissen: Zie hoofdstuk 3

**De Profetie over het tijdstip van de Verlichting: Uitgelegd in hoofdstuk 15

Moge ik iemand worden die de vernietiging
van het al maar toenemende leed bewerkstelligt,
die de oorzaak van al het lijden vernietigt;

De Bron van alle zegeningen is
en in een toekomstig aeon voortgaan
op het pad naar de Verlichting,
zoals voorheen al zovele miljoenen
dat Pad hebben bewandeld.

Moge door de verkondiging van de Suvarnaprabhasa
de oceaan van het kwaad en het lijden
voor mij geheel opdrogen;

De oceaan van (slechte) daden vernietigd worden,
de oceaan van onzuiverheden geheel opdrogen;
de oceaan van verdiensten gevuld worden
en de oceaan van kennis gezuiverd worden.

Moge ik door de voortreffelijke pracht van zuivere kennis,
de oceaan van alle verdiensten worden
en de volkomen Verlichting bereiken.

Mogen er voor mij door mijn verdiensten
en door de kracht van de Suvarnaprabhasa
en zijn 'Bekentenissen',
schitterende verdiensten zijn
en de Verlichting volkomen zuiver zijn.

Moge ik door de pracht van zuivere kennis
een prachtig lichaam hebben.
Moge ik door de pracht en praal van mijn verdiensten,
onderscheiden worden in de gehele drievoudige wereld.

Moge ik, voortdurend begiftigd met de kracht van verdienste,
een redder van wezens uit de oceaan van ellende
en een oceaan van zegeningen zijn
en voortgaan op het pad naar de Verlichting
in een toekomstig aeon.

Moge er in de toekomst
'een zuiver land' voor mij zijn,
dat net zo verrukkelijk en vol van betekenis is,
verkregen door ontelbare verdiensten,
als 'de zuivere landen' van alle Boeddha’s,
die sinds beginloze tijden
in de drievoudige wereld werden onderscheiden
door ontelbare verdiensten;

Desalniettemin zijn er al
vele miljoenen van hen
eerder heengegaan.’"

lotus21.jpg

Zo (eindigt) het vierde hoofdstuk, het Hoofdstuk, dat "een Overvloed van Lotussen" heet, ter ere van alle Tathagata’s van het verleden, het heden en de toekomst, in de uitmuntende Suvarnabhasa, de koning van de sutra’s.